Terwijl wij zomaar voorbijgaan, capteert Carlos Morago poëzie uit het alledaagse. Hij toont gevels van gebouwen, appartementsblokken. Hij schildert vaak een doorkijk naar een achterkoer of gewoon op een blinde muur.
Zijn realisme flirt met abstractie. Het wordt getemperd door satijnen kleuren. Zo schept hij uit het schijnbaar banale een architectuur van de stilte. Zijn werk is niet clean: hij schildert graag wat afbladdert, de nostalgie van een beetje sleet, een blik op een interieur waar een hoek van een meubel te zien is of de frisheid van enkele planten.
Het werk van Carlos Morago wekt een sfeer op die je ook voelt in de doeken met kerkinterieurs van Pieter Jansz Saenredam of de stille kamers van Vilhelm Hammershøi.